top of page

April '22 – Elon Musk, de verlosser?

Wordt Twitter een echte democratie?


April 2022 zal in de geschiedenis van het internet doorgaan als de maand waarop Elon Musk, CEO van Tesla en SpaceX, nu ook Twitter in zijn macht had. Of ja, beter gezegd, voor zo'n 9,2% althans. Met dat percentage is Musk nu de grootste aandeelhouder van Twitter. Musk was al jarenlang zeer actief op Twitter, waarop hij nu en dan ook een stevige sneer uitdeelde aan het sociale mediabedrijf zelf. Deze keer was dat niet anders. Van zodra het nieuws bekend was, deelde Musk een aantal actiepunten om Twitter tot een beter – en vooral democratischer – platform te maken. Zo liet hij zich al uit over plannen om fake profielen sterker tegen te gaan, het Twitter-algoritme 'open source' te maken en zelfs het platform reclamevrij te maken. Wat eruit springt is zijn voornemen om een onbeperkte vrije meningsuiting voorop te plaatsen.


Waarom vindt Elon Musk deze actiepunten voor Twitter nu zo belangrijk? Volgens hem functioneert Twitter vandaag als een soort publieke marktplaats: 'Twitter serves as the de facto public town square'. Al in de oudheid waren marktplaatsen een belangrijke plek voor democratieën. In het Oude Athene was de marktplaats, of agora, dé plek waar burgers samenkwamen om te debatteren over politieke aangelegenheden. In de achttiende eeuw maakte de agora plaats voor de typische koffiehuizen en theesalons, waar leden van de burgerij met kranten in de hand hevig discussieerden over het laatste nieuws. Zo een ruimte waar het 'publieke debat' plaatsvindt, vinden we vandaag de dag vooral op sociale media. Daarom spreekt men soms over het internet als een 'digitale publieke sfeer'.


De bezorgdheden van Musk over Twitter zijn dus niet geheel onterecht. Twitter wordt vandaag gezien als een belangrijk platform voor politiek debat, dus hoe dat platform werkt heeft een directe impact op de werking van onze democratie. Maar zijn de maatregelen die de Tech-gigant voorstelt wel genoeg? Christian Fuchs, professor communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Westminster, heeft een duidelijk antwoord: neen. Het diepere probleem waarmee de digitale publieke sfeer vandaag wordt geconfronteerd, is dat het in handen is van bedrijven. Daarmee bestaat er een sterk machtsonevenwicht tussen de gebruikers van de platformen en de eigenaars ervan. De publieke sfeer in een ware democratie doet er alles aan om dergelijke ongelijkheden weg te werken. Alleen zo kan een eerlijk debat plaatsvinden. Deze gedachte werd ontwikkeld door de Duitse filosoof Jürgen Habermas: enkel wanneer we in debat met elkaar treden op gelijke voet, en enkel met als doel om een wederzijds begrip te bekomen, kunnen we spreken van een zinvolle discussie. Hoe Elon Musk hiermee om zal gaan, is voorlopig onduidelijk. Hoe zal hij zijn idee van Twitter als een democratisch forum verenigen met het feit dat het platform een bedrijf is dat winst moet opleveren? Wij volgen het alvast op de voet.


Offline, online: wat maakt het nog uit?


Eén iets zag Elon Musk met zijn plannen al over het hoofd: er bestaan heel wat regels over wat de grenzen mogen zijn van vrije meningsuiting. Daarmee haalde Europees Commissaris voor Interne Markt Thierry Breton uit naar "Mr Musk". In zijn tweet (zie hieronder) verwees hij daarvoor naar de nieuwe Digital Services Act. Dat is een nieuwe wet die de Europese Unie in april goedkeurde en strengere regels zal opleggen over wat er wel en niet op het internet mag verschijnen. Zo zal in principe alles wat volgens nationale wetgevingen binnen de EU strafbaar is 'offline', ook strafbaar zijn 'online'.

Dat klinkt best logisch, toch? Waarom zou je op het internet meer mogen doen dan daarbuiten? Verrassend genoeg is die gedachte nog niet zo lang ingeburgerd in hoe we kijken naar het internet en de digitale wereld. In 1996 schreef internetactivist John Perry Barlow daarover zijn Declaration of the Independence of Cyberspace. Deze tekst verzette zich tegen de eerste (bescheiden) wet in de Verenigde Staten die beperkingen zou opleggen op wat er op het internet mag verschijnen. Volgens Barlow kunnen de wetten van de fysieke wereld niet van toepassing zijn op 'cyberspace':


Governments of the Industrial World, you weary giants of flesh and steel,

I come from Cyberspace, the new home of Mind.

On behalf of the future, I ask you of the past to leave us alone.

You are not welcome among us. You have no sovereignty where we gather.


Filosofen noemen deze opvatting ook wel eens 'digitaal dualisme'. Dat is de gedachte dat online en offline twee aparte 'werelden' zijn. We hebben daarom lang gedacht dat deze twee werelden ook aparte regels moeten krijgen, maar die opvatting is nog moeilijk houdbaar vandaag. Zo besliste de Commissie voor de rechten van het kind van de Verenigde Naties (pas) in februari 2021 dat kinderrechten nu ook automatisch van toepassing zijn in digitale omgevingen. De Digital Services Act van de EU doet daar een dikke schep bovenop en knipt zo het strikte onderscheid tussen online en offline door. Volgens Oxford-filosoof Luciano Floridi kunnen we niet meer spreken over 'online' of 'offline' zijn. We leven nu 'onlife': ook als we een wandeling maken of gaan zwemmen blijft ons 'digitale zelf' actief op het web. We zijn nooit helemaal uitgelogd.


Logging off, tot volgende maand!


bottom of page