top of page

Okt '21 – Sociale media onder vuur

Oktober was een woelige maand in de digitale wereld. Niet in het minst werden sociale mediagiganten zoals Facebook en Twitter nog maar eens het vuur aan de schenen gelegd. Een zoveelste klokkenluider kwam boven drijven en zorgde voor nieuwe controverses over het gebrek aan regulering van sociale media. Is het tijd dat de overheid ingrijpt?


Op het einde van iedere maand maken we een selectie van de belangrijkste gebeurtenissen en nieuwsberichten gerelateerd aan digitalisering, en proberen we te duiden welke fundamentele vragen aan de orde zijn. Deze maand waren alle ogen op Facebook gericht. Lees hieronder wat wij zagen gebeuren.


Over de macht van algoritmes...

en of we ze moreel kunnen opvoeden


Begin deze maand sloeg de bliksem in bij Facebook wanneer tal van interne documenten onthuld werden door een – tot dan – 'anoniem personeelslid'. Al vorige maand publiceerde The Wall Street Journal enkele zorgwekkende ontdekkingen over hoe Facebook omgaat (of net helemaal niet) met misinformatie en haatdragende boodschappen. Op 4 oktober kreeg deze anonieme klokkenluider een gezicht. Frances Haugen deed toen Facebooks boekje open in het programma "60 seconds" op CBS. Na haar werkervaring bij Google en Pinterest besloot ze bij Facebook aan de slag te gaan als 'productmanager' van het 'civic misinformation team'. Met veel hoop begon ze aan deze nieuwe uitdaging om de verspreiding van fake news te helpen bestrijden en zo van sociale media een 'betere wereld' te maken. Maar al gauw stuitte ze op enkele barrières. Na de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zou Facebook haar zogenaamde afdeling 'integriteit' hebben opgedoekt. Na de ontspoorde rellen in het Capitool in Washington D.C. begon Haugen sterk te twijfelen aan de goede wil van Facebook om dergelijke dreigingen te voorkomen.


De kern van het probleem volgens Haugen ligt in de werking van Facebooks 'algoritme'. Een algoritme is, eenvoudig gezegd, een soort wiskundige formule of stappenplan om snel veel informatie te verwerken en een uitkomst te bekomen. Zowat alle sociale mediaplatformen gebruiken vandaag algoritmes en bepalen bijvoorbeeld welke zoekresultaten je eerst ziet in Google, wat er precies verschijnt op je tijdlijn tijdens het scrollen en welke advertenties je ziet. Je had bijvoorbeeld wellicht al begrepen dat een tweet of Facebookpost mét foto of video je meer kans geeft op likes, dan simpelweg een tekstje. Onschuldig, niet waar? Daar stopt het echter niet. Het algoritme van Facebook, zo onthulde Haugen, geeft een sterke voorkeur aan inhouden die 'woede' opwekken bij hun gebruikers. Dat is zo omdat woede vaak aanzet tot meer intense reacties: je gaat sneller ergens op klikken of reageren en iets liken of delen. Polarisering wordt zo een commerciële strategie voor Facebook: het levert namelijk geld op.


Maar het wordt nog straffer: Haugen toonde dat Facebook zelf al heel lang op de hoogte was van de gevaarlijke effecten die het algoritme kan hebben op mensen. Dat 'woede opwekken' een goede manier is om gebruikers langer en intenser te laten engageren met hun platform, bleek immers uit een onderzoek dat Facebook zélf had gevoerd. Haugens onthullingen klonken dan ook als een morele doodsteek – of zoals Amerikaans senator Richard Blumenthal zei: een 'moreel faillissement': Facebook is zich zeer bewust van de gevolgen van hun polarisatiestrategieën, maar doet daar bewust niets aan. De aanval op Facebook is sindsdien nog niet gestopt. Afgelopen maandag (25 oktober) onthulde maar liefst 15 kranten over heel de wereld (hoewel voornamelijk Amerikaanse) een heleboel nieuw ontdekkingen over Facebook. Zo bleek dat Zuckerberg en zijn team bewust waarschuwingen van medewerkers over desinformatie en complottheorieën op Facebook negeerde (The New York Times; Politico), en dat dit voor grote problemen zorgde in Indië (Associated Press). The Washington Post onthulde dan weer dat Facebook een handje heeft geholpen in censuurpraktijken in Vietnam, op vraag van de overheid.


Dat deze gebeurtenissen veel vragen oproepen is duidelijk, maar hoe we ermee moeten omgaan is minder vanzelfsprekend. De Belgische moraalfilosofe Katleen Gabriels (Universiteit Maastricht) helpt ons alvast opweg. 'Algoritmen zijn nooit neutraal', stelde ze in een interview met Het Parool. Zij vindt dan ook dat de 'morele discussie' over algoritmes vaak te laat komt, zoals nu (drie jaar na de invoering van het nieuwe algoritme bij Facebook). De uitvinder van de iPhone, Tony Fadell, stelt voor om een soort 'Eed van hippocrates' in te voeren voor ontwerpers. Dat is een eed vol morele regels waar artsen zich aan verbinden bij het afstuderen, maar dan toegespitst op de ethische uitdagingen verbonden aan digitale technologie. Maar... zullen bedrijven hier ook in meegaan als dat minder omzet betekent?

Mogen bedrijven dan zomaar beslissingen nemen over wat je te zien krijgt, achter je rug? En ligt er ook een verantwoordelijkheid bij de gebruiker? Kunnen wij als Facebookgebruikers een handje helpen door niet steeds in te gaan op woede-opwekkende berichten? En kunnen nieuwe wetten en regels voorkomen dat sociale media ons verder polariseren? Wij wachten alvast in spanning af.


Je leven op sociale media...

en hoe het steeds meer op een videogame begint te lijken


Nog meer nieuws in de wereld van Facebook. En je mag het woord 'wereld' hier bijna letterlijk nemen, want Facebook kondigde deze maand aan dat ze maar liefst 10.000 ingenieurs zullen aanwerven voor het bouwen van een 'metaverse': een 'VR'-uitbreiding van de gekende sociale mediaplatformen, of door Zuckerberg omschreven als 'een virtuele omgeving waar je met andere mensen kan aanwezig zijn in digitale ruimtes'. Deze plannen kaderen in de langetermijnvisie van Facebook om Virtual Reality in te bedden in sociale media.

Na een gefaalde lancering van hun eerste "social VR"-platform, Facebook Spaces, lanceerde het in 2020 Facebook Horizon: een verlengstuk van het gekende Facebookplatform waar je in een 3D-omgeving met je vrienden kan interageren. Deze technologie wordt ook wel 'immersief' genoemd: je hebt echt het gevoel in een andere ruimte te zijn dan daar waar je fysiek aanwezig bent.


Om deze nieuwe wende in het Facebookverhaal te duiden, zijn ze op zoek naar een nieuwe naam voor het moederbedrijf. Precies vandaag (28 oktober) licht Mark Zuckerberg zelf deze plannen toe op de jaarlijkse Connect-conferentie van Facebook. De naamsverandering heeft deels te maken meet hun overname van Instagram, WhatsApp en Oculus, maar ook met hun nieuwe visie op sociale media.


Als je de trailer bekijkt, begint sociale media wel erg op een videogame te lijken. Zo schreef ook Roland Legrand, Redacteur technologie van De Tijd op 21 oktober: 'Uw "Online leven" gaat op een game lijken'. Academici noemen dit fenomeen 'gamification': de toepassing van elementen uit game design in niet-game contexten. Je herkent het idee misschien van je workout-app of je to do-app op je smartphone. In beide gevallen worden onze inspanningen vaak 'beloond' met punten, een plaatsje hoger in de ranking of een of andere trofee. Ook op de werkvloer vind je zo'n systemen steeds meer terug. Denk aan een scorebord in de koffiekamer voor wie het meeste dossiers heeft afgewerkt of het meeste klanten heeft binnengehaald.


Filosoof Thi Nguyen (University of Utah) maakt zich zorgen over deze evolutie. De toepassing van speltechnieken en beloningssystemen in niet-spelcontexten, zoals sociale media, zorgt er immers voor dat we van communicatie zelf een spelletje maken. Het gaat dan niet meer om werkelijk in gesprek te gaan met de ander, en een consensus zoeken tussen verschillende standpunten... maar om het meeste punten (lees: likes) te krijgen met wat je zegt of post. Het hele doel van sociale interactie gaat dan ten onder, zegt Nguyen. Andere studies tonen bovendien aan dat gamification-technieken op de werkvloer ervoor zorgen dat de 'intrinsieke motivatie' voor het werk zelf verdwijnt en vervangen wordt door motivatie voor 'het behalen van punten'.


Dit zet je wel aan het denken. Laat jij je soms vangen door gamification-technieken op sociale media of in je privéleven? Merk jij ook dat discussies op sociale media vaak meer om likes en volgers gaan dan over de inhoud van het debat? En wat kunnen sociale mediabedrijven zelf doen om dit te voorkomen? Is "social VR" de oplossing?


Privacy-experts zenuwachtig...

Leest de politie binnenkort je WhatsApp-berichten mee?


Privacy... het is een van de grootste kopzorgen in het digitale tijdperk. Met 'privacy' bedoelen we doorgaans 'de vrijheid van indringing in je privésfeer. Niemand mag bijvoorbeeld zomaar je huis binnenstappen, ook de politie niet. Dit is belangrijk omdat mensen nood hebben aan een veilige ruimte waar ze aan zelfontplooiing kunnen doen. Een 'room of one's own' zoals de Engelse schrijfster Virginia Woolf het zei. Het belang van privacy is dus van alle tijden. Toch lijkt onze privacy in het zogenaamde 'informatietijdperk' nóg meer op het spel te staan. Hoe komt dat toch?


Je kan het internet vergelijken met een heel groot appartementsgebouw. Als het gebouw bestaat uit dikke, goed geïsoleerde muren en weinig ramen, dan zullen weinig mensen bij jou kunnen binnenkijken of horen wat je ligt te vertellen. Als je dan weer hele dunne muren hebt, of een huis volledig gemaakt met glazen wanden, dan ligt de zaak heel anders. Dan is het net heel makkelijk om bij jou binnen te kijken en je af te luisteren. Met andere woorden bepaalt de 'infrastructuur' heel sterk hoe goed je privacy beschermd is. Het internet is nu net zo'n omgeving waarbij het – voor de beheerders – heel eenvoudig is om in je online leven 'binnen te kijken'.


Gelukkig bestaan daar oplossingen voor. Zo maakt WhatsApp gebruik van 'encryptietechnologie' om de berichten die je verstuurt te 'versleutelen'. Dat maakt dat enkel de smartphones van de verstuurder en de ontvanger de inhoud van het bericht kunnen 'ontcijferen'. Maar daar wil justitie nu een stokje voor steken. Als je criminelen wilt opsporen, is het soms net heel nuttig om de berichten van bepaalde mensen mee te lezen. Daarom komt de Belgische regering met een wetsvoorstel om politie en justitie toegang te geven tot de Whatsapp-berichten van verdachten. Maar dat maakt privacy-experts erg zenuwachtig. Een groep van 81 internationale experts en organisaties vraagt de regering om de plannen te schrappen (Het Nieuwsblad). “Als de wet er in deze vorm komt, voegen we ons bij in het rijtje van Rusland, China en Saudi-Arabië”, zegt Bart Preneel (KU Leuven).


Vaak horen we het gezegde: 'maar je hebt toch niets te verbergen!'. Misschien is dat zo, maar, zo antwoordt privacyactivist Matthias Dobbelaere-Welvaert (Ministry of Privacy): met zo'n wetten beschouw je iedereen (ook onschuldigen) automatisch als verdachte, en net daar ligt het probleem. Hoe dan ook zijn de wetgevers opnieuw naar de tekentafel gestuurd door de Gegevenbeschermingsautoriteit (GBA) om het voorstel overeen te laten stemmen met de fundamentele privacyrechten die vandaag gelden.

bottom of page